2017
Publicatie: Op zoek naar de verloren tijd
In mijn eerste publicatie “Op zoek naar de verloren tijd”,
staat een tekst die Arno Kramer schreef over mijn werk.
Dromen met Romy Muijrers – Het levende Potlood
geschreven door Alex de Vries voor Mister Motley
Romy Muijrers (1990) is er meestal niet helemaal bij. Ze is met haar hoofd ergens anders. Ze is altijd een dromer geweest en werd dan ook Dromy genoemd. Ze wilde actrice worden maar toen haar auditie bij de toneelschool op niets uitliep, zei de bevriende kunstenaar Caren van Herwaarden dat ze haar tekeningen moest laten zien bij een toelating voor de kunstacademie. Ze werd meteen aangenomen op de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Daarmee had ze ook een ander doel bereikt: weg uit Roosendaal waar ze was opgegroeid zonder bij wie of wat dan ook aansluiting te vinden. Ze zat altijd in zichzelf verzonken te mijmeren en op haar kamer te tekenen. Op de academie in Den Haag kreeg die manier van doen opeens zin en betekenis.
Zonder er om gevraagd te hebben vindt Romy Muijrers van begin af aan in haar kunstenaarsbestaan aansluiting bij vooraanstaande tekenaars uit het land: Paul van der Eerden, Arno Kramer, Roland Sohier, Erik Mattijsen, Marcel van Eeden. Ze herkennen iets in haar en in haar werk waaraan ze zelf ook onderhevig zijn: de bijna obsessionele en soms zelfs maniakale manier om via de tekenkunst een wereld te scheppen waarin ze een zinvol onderkomen vinden, waar hun verlangens vorm krijgen in een fictioneel beeld dat waarachtiger is dan de werkelijkheid.
Opeens hoorde Romy Muijrers ergens bij zonder dat ze er zelf echt weet van had waar dat eigenlijk aan lag. Haar tekeningen waren er niet voor gemaakt om in een kunstzinnige omgeving te worden opgenomen. Ze maakte ze vooral voor zichzelf om een beeld te scheppen van onuitsprekelijke verlangens, voor affecties die buiten haar bereik bleven of die ze noodgedwongen al weer achter zich had gelaten, omdat ze verloren gingen voordat ze er erg in had.
Haar tekeningen maakt ze in langdurige sessies waarin haar concentratie zich verliest in een staat van afwezigheid waaruit ze zich steeds tevoorschijn roept. Er komt in die absentie iets duizelingwekkends op papier van een verloren tijd en een opgeloste ruimte die in zwart wit getekend weergeeft waaraan ze zich gevoelsmatig heeft uitgeleverd. Dat gaat gepaard met een sensualiteit die een suizelende gewaarwording teweegbrengt van eindeloze lijnen en patronen, van landschappelijkheid en menselijke figuratie die tijdens geconcentreerde vervoering tot stand worden gebracht.
Als je naar een tekening van Romy Muijrers kijkt ben je al gauw aan het zoeken om na te gaan of je iets kunt vinden wat je bekend voorkomt. Het is alsof je door een dik boek bladert op zoek naar een passage waarvan je hooguit weet dat die ergens linksboven of rechtsonder op een pagina moet staan. Door dat vruchteloze bladeren ontdek je andere zinnen die je was vergeten waardoor je wordt afgeleid van waar je naar op zoek was. De tekeningen van Romy Muijrers hebben in die zin een literaire toon en ze laat zich ook door schrijvers als Marcel Proust, Fernando Pessoa, Johann Wolfgang von Goethe en Georges Perec leiden om in de beleving van tijd, zinnelijkheid, gemoed en de ruimte rondom haar kunstenaarschap te realiseren. Door te tekenen laat ze zien dat ze in kleine, voorbijgaande momenten de zin van het bestaan ervaart en manifest kan maken.
Romy Muijrers heeft zelf ook die zoekende, bladerende manier van kijken. De getekende lijn is bij haar geen tastbaar gegeven, geen projectie die ze navolgt, maar een stroom die op het papier een weg vindt in een bedding waarvan ze de loop niet kent. De tekening is een gedachte, een herinnering of een vermoeden die als onwillekeurig te verrichten handelingen tot stand komen. De tekeningen komen heel fysiek direct uit haarzelf voort, waarbij ze zover gaat dat ze in feite op haar eigen huid tekent. De laatste tijd wrijft ze het tekenpapier eerst op haar eigen lichaam af dat ze heeft ingesmeerd met natte grafiet. Daarmee wordt ze zelf tot het levende potlood, vergelijkbaar met ‘le pinceau vivant’, het levende penseel van Yves Klein die met in blauwe verf gedrenkte naaktmodellen schilderde. Door antropometrisch gebruik te maken van zichzelf als levend potlood krijgt het papier van Romy Muijrers een onbestemd patroon van afgedrukte delen van haar lichaam die niet meer als zodanig herkenbaar de ondergrond vormen voor wat er uiteindelijk gestalte krijgt. Het is een manier van werken met beeldende gevoeligheid die aantoont hoe zij zich met haar werk vereenzelvigt, met huid en haar levert zij zich eraan uit..
Daarom tekent ze ook niet uitsluitend op het platte vlak, maar hebben haar tekeningen regelmatig een ruimtelijke of monumentale gestalte. Ze vormen zelf een lichamelijkheid. Ze omvatten iets wat er tussen haar en de wereld zit, hiaten van lucht en ruimte die ze als een mal van wat verloren is gegaan afvormt binnen haar werk. Met haar werkwijze streeft ze pure overgave aan het beeld na en laat ze zich overrompelen door wat er zich welhaast buiten haar om op het papier terecht komt. Het lijkt erop dat ze wil beheersen dat ze de beheersing verliest, dat de tekening zichzelf tekent. Vandaar ook dat eindeloze, uren aan een stuk doorwerken om te veroorzaken dat ze buiten zichzelf treedt. Die vorm van automatisch tekenen kent zo zijn beperkingen waardoor gummen gelijkwaardig is aan tekenen. Ze wil in de ontwikkeling van haar werk steeds beter weten waar de betekenis ligt van wat ze tekent. Haar aanstelling als stadtekenaar van Amsterdam door het Amsterdams Stadsarchief draagt daaraan bij. Binnen die opdracht speelt anders dan in haar andere werk de herkenbaarheid van wat ze tekent een rol. Ze richt zich op plekken in Amsterdam die ze kent en waarvan ze nagaat wat de tijd doet met de ruimte en de herinnering die ze eraan heeft.
Het zoekende tekenen van Romy Muijrers houdt niet in dat ze ook iets vindt. ‘Verlangen heeft geen vorm’ zegt ze, maar toch weet ze er in haar verbeelding een getekende betekenis aan toe te kennen; een betekenis die een bekentenis is.
Alex de Vries
2017
Enkele woorden over Romy Muijrers en haar werk
In 2010 leerde ik Romy Muijrers kennen als eerstejaars studente aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag. Al vroeg zag ze wat de tekening als zelfstandig gegeven haar kon bieden. In de loop van de tijd werden haar werken expansiever en groeiden gelijker tijd in intensiteit en bewustzijn. Haar kunstenaarschap wortelde aanvankelijk in de gedrevenheid en honger naar het portretteren van mensen uit haar omgeving. Uit haar eerste werken sprak een oprecht en scherp observatievermogen en een natuurlijke vaardigheid deze personen af te beelden zoals zij ze ervaarde.
In het verlangen de geportretteerden een lading te geven die raakt aan zijn/haar kern, maakte ze een paar opmerkelijke stappen. Ze liet zich hierin leiden door zowel haar liefde voor het portret als de betovering van het verhaal. Het bijzondere schuilt in het behouden van de persoonlijke verbinding en de manier waarop het verhaal wordt afgebeeld. Ze legt hierdoor als het ware een verbinding tussen haar liefde voor het tekenen als voor de situatie en/of personen. Ze laat daarbij de totale materialiteit, het papier, de lijnvoering, de zwarten van de nerokrijtpotloden, op een ontwapende manier samenvallen met de melancholische beleving. Zo ervaart zij, gedreven door haar manier van tekenen, al wervelend, haar persoonlijke biografie opnieuw. Op deze manier transformeert ze de gebeurtenissen en herschikt deze in de presentaties aan de expositiemuur.
Als kijker zie je contouren, uitgescheurde figuren, losgemaakt van hun oorspronkelijke context die een nieuwe reis aangaan met elkaar en degene die ze beschouwd. We zien ze in een veld, een volledig opgevulde tekening, opkrullend of zwevend in het vacuüm van de maagdelijke witte muur. Soms belanden ze in een animatie waar ze verschijnen en of verdwijnen, hierin wordt tijd feitelijk. Het zijn deze verbindingen waarin Romy haar persoonlijke beleving en observaties over laat gaan in het afgebeelde en weet om te zetten naar een bewustzijn van het exposeren zelf. In deze expansies zoekt haar werk contact, kan het resoneren en valt tegelijkertijd samen met zichzelf. Romy Muijrers is in alle jaren authentiek, constant en productief in haar werkproces gebleven. Al direct na haar examen werd zij opgenomen in verschillende tentoonstellingen waarin tekeningen centraal stonden.
Elly Strik
Augustus 2016,
Beeldend kunstenaar en docent KABK, Den Haag
Keuze en aanbeveling in TROUW betreffende Amsterdam Drawing
De tekeningen van Romy Muyrers beperken zich meestal niet tot het ‘bewerken’ met negropotlood van de zichtkant van het papier. Zij zoekt naar mogelijkheden om het werk te onttrekken aan het standaard gebruik van het alleen betekenen van de voorkant van een vel papier. Vaak voegt ze uitgeknipte getekende kleine personen toe, die ze iets van het basispapier ‘opprikt’ om zo een diepere betekenis te geven aan haar werk. Soms loopt de tekening zelfs door naar de achterkant van het papier en krult ze de tekening naar voren met een constructie van dunne houten latjes.
Zij ziet haar nog jonge oeuvre als een doorlopend verhaal. Tegelijkertijd tonen de tekeningen in hun techniek een enorme vrijheid en lijkt het of ze zich toch ook laat leiden door mogelijkheden van de tekenstift en improviseert zij er lustig op los in structuren en in de vlakverdeling. Haar vaak min of meer landschappelijk te duiden beginconstructies in het werk vormen geen realistische afspiegeling van een geziene werkelijkheid. Bovendien zie je in veel gevallen dat het zichtpunt een zogenaamd vogelvluchtperspectief betreft. Soms laat ze vlakken in de tekeningen bewust botsen en zijn er zo lijkt verschillende gezichtspunten gekozen. Haar manier van tekenen is deels spontaan, zeer krachtig en druk in haar lijnvoering, maar is ook expressief en dynamisch. Het werk is onmiskenbaar oorspronkelijk en vitaal en toont in de beperking van het gebruik van het zwarte tekenstift materiaal en dik papier enorm veel mogelijkheden. Haar ‘Terug naar de verloren tijd’ heeft niets conventioneels of ouderwets, maar vormt vooral de reden voor het doorlopende verhaal met alle beeldende variaties die maar denkbaar zijn.
door Arno Kramer,
curator Drawing Centre Diepenheim
2015
DRAWING FRONT Magazine
Romy Muijrers werkt met neropotlood op papier. Het papier is dikwijls in vormen gescheurd of geknipt en in lagen opgebouwd. Haar tekeningen laten een innerlijke reis zien naar haar persoonlijke herinneringen aan verloren momenten.
Nanette Kraaikamp,
curator Drawing Centre Diepenheim
2015
Eind examen KABK
Romy Muijrers gebruikt de tekenkunst om een tijdsmachine te creëren die niet naar een bepaalde periode reist, maar die de verschillende tijden tegelijkertijd openbaart. De figuren die zich in deze tijd verhaspeling bevinden, zijn de gidsen die ons langs de verschijningsvormen van herinneringen en de beleving van het heden voeren. Haar tekeningen geven een helder beeld van het wispelturige karakter van onze plek in de tijd.
Johan van Oord,
Hoofd Beeldende kunst KABK
2015